De Romeinen waren zo verzot op lekkere luchtjes dat zij zelfs hun voedsel en wijn parfumeerden. Maar met onze after-shaves, deodorants, toiletverfrissers en afwasmiddelen mèt citroen steken wij de Romeinen naar de kroon. Toch komt de koningin van de geur nog altijd uit een heel klein flesje.

Geur is een stemmingsbepaler bij uitstek. Thuiskomen is pas echt thuiskomen als het naar "thuis" ruikt; wanneer het huis net is geboend met een nieuw soort schoonmaakmiddel moet je altijd even wennen voordat je je helemaal op je gemak voelt. Dat een geur bijdraagt aan de stemming blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat een emotionele gebeurtenis uit het verleden onlosmakelijk is verbonden met de lucht die op dat moment de neus binnendrong. Wie kent niet die typische lucht die tussen de schoolbanken hing op de lagere school: het krijt, de pepermuntjes, de kauwgom en niet te vergeten de stank van de hamster- en vogelkooien. Die geur lijkt ook te zijn binnengedrongen in de boeken en schriften uit die tijd: elke keer als je die weer openslaat snuif je de lucht van vroeger op en denk je onwillekeurig terug aan het klaslokaal, met al zijn leuke en vervelende kanten.

Zonder geur en reuk is ons leven niet compleet. Mensen die hun reukvermogen verliezen, worden vaak neerslachtig: voor hen heeft het leven veel van zijn glans verloren. Meestal zijn we ons niet bewust van de belangrijke rol die geur speelt. Wanneer aan iemand de vraag wordt gesteld welk gemis van een zintuigfunctie hem het ernstigst lijkt, dan zullen zeer weinig mensen "reuk" noemen. Toch zou zo'n gemis de nodige consequenties hebben. Zo is een kop koffie die je niet kunt ruiken niet te onderscheiden van een kop thee, voedsel dat niet of niet lekker ruikt smaakt niet en bloemen worden minder mooi omdat je ze niet meer kunt ruiken. De functie van de neus wordt waarschijnlijk onderschat, doordat we haar zelden doelbewust in gebruik stellen. We tillen wel eens de deksel van een pan op om te ruiken wat er in zit, maar zelfs dan vertrouwen we de informatie die de neus geeft pas volledig als de ogen die waarneming bevestigen. Dit wantrouwen bleek bij een smaaktest die eens werd gedaan. Een testpanel werd een kop tomatensoep voorgezet, maar door een niet geurende of smakende kleurstof was de soep paars gekleurd. Hoewel de soep prima rook, durfde niemand de fel paarse vloeistof tot zich te nemen; niemand geloofde dat hij daadwerkelijk tomatensoep voor zich had staan. In dergelijke smaakkwesties slaan we weinig acht op wat de neus ons vertelt, maar als het gaat om de beïnvloeding van de sfeer hechten we - deels onbewust - veel waarde aan geur.

Tegenwoordig vertrouwt bijna niemand meer op zijn of haar "eigen" geur, maar wordt de stemming massaal gemanipuleerd door een parfum of deodorant. Net zoals dieren elkaar proberen te lokken of juist af te stoten door de verspreiding van geurstoffen, zo probeert de mens anderen te verleiden door een aanlokkelijk parfum te gebruiken. In tegenstelling tot een aantal jaren geleden is dit gebruik niet meer alleen aan vrouwen voorbehouden. Ook steeds meer mannen ontdekken dat het prettig is lekker te ruiken: voor zichzelf en om de stemming te sturen in de gewenste richting.

Het gebruik van reukstoffen om anderen en zichzelf te plezieren, is niet van vandaag of gisteren. Al in de vroegste oudheid - ten tijde van de Egyptenaren - werden geuren als wierook, mirre en saffraan gebruikt om de goden gunstig te stemmen. Uit die tijd stamt ook het oudst bekende geurrecept. Het is terug te vinden in de bijbel, in Exodus 30. In dit boek, waarin de uittocht van de joden uit Egypte wordt beschreven, geeft God aan Mozes de samenstelling van een heilige olie waar de joodse tabernakel - de heilige verbondshut - mee moest worden gezalfd. Hij zei: "Voorzie u van de kostbaarste specerijen: vijfhonderd sikkels vloeibare mirre en half zoveel, dus tweehonderdvijftig, sikkels geurige kaneel, tweehonderdvijftig sikkels geurige kalmoes en vijfhonderd sikkels laurier; alles volgens het heilige gewicht." (Een sikkel is een oude Hebreeuwse gewichtseenheid).

Ook andere oude volken als de Assyriërs en Babyloniërs gebruikten geurende stoffen. De Romeinen spanden echter de kroon. Zij zonden "per fumum" - via de rook - hun gaven en beden naar de goden en gaven daarmee terloops parfum zijn naam. De Romeinen waren zo verzot op geurende parfum dat zij niet alleen zichzelf, maar ook het badwater, het voedsel en de wijn ermee bewerkten. Zij gaven daarmee de aanzet tot het hedendaagse gebruik van parfum, niet alleen in de pure vorm, maar tevens verwerkt in zeep, shampoo, waspoeder, noem maar op.

Het gebruik van parfum kwam in de loop der tijd meer en meer binnen bereik van grote groepen mensen. Vóór de Tweede Wereldoorlog was het gebruik van parfum nog voorbehouden aan een kleine bovenlaag van de bevolking. De elite probeerde zich te verheffen boven het grauw en één van de middelen daartoe was de parfum, die toentertijd voornamelijk door vrouwen werd gebruikt. Vanaf het begin van de jaren vijftig kwam daar verandering in. Eerst was het de gegoede middenstand - de bourgeoisie - die geur ging ontdekken, maar met de emancipatie van de rest van de bevolking werd het gebruik van parfum gemeengoed. Ook in Nederland, dat door zijn streng protestantse achtergrond achterop liep in deze ontwikkeling, begon het gebruik van geur langzaam maar zeker in zwang te raken. De concentratie van de geurende stoffen - de etherische oliën - in de parfums was, zeker in vergelijking met nu, nog laag. Niet zo verwonderlijk, Nederland moest wennen aan parfum.

Alhoewel de concentratie van de etherische oliën door de jaren heen werd opgevoerd, bleef de opbouw van de parfums steeds gelijk. Een parfum bestaat te allen tijde uit een top-, midden- en basisnoot, die afhankelijk van hun samenstelling de geur van een parfum bepalen. De eerste te ruiken geur van een parfum wordt de topnoot genoemd. Vanaf het moment dat een parfum op de huid wordt gebracht tot een tiental minuten daarna is deze noot te ruiken. Vaak gebruikt een geurmaker - een parfumeur - voor de top onder meer sinaasappel-, citroen- en bergamotolie, omdat een top vluchtig, licht en fris maar toch pittig moet zijn. Sinaasappel, citroen en bergamot lenen zich daar het beste voor. Als de topnoot is uitgewerkt, treedt de middennoot naar buiten. Het parfum heeft zich dan volledig met de huid vermengd en toont zijn volle glorie. De middennoot bepaalt het karakter van een parfum, het eigene van een geur. Om de overgang van de lichte top naar de zware bodem geleidelijk te laten verlopen, wordt de midden-geur vaak opgebouwd uit bloemige geuren, zoals de geur van de anjer, roos, jasmijn of de Chinese ylang-ylang. De middengeur karakteriseert het parfum. Na zo'n vier tot zes uur is de middennoot uitgewerkt en is alleen de basis nog te ruiken. De basis wordt gebruikt als ondergrond voor het parfum, waar de middennoten en de top op worden gezet. Daarom moeten de ingrediënten voor de basis zwaar en niet vluchtig zijn. De parfumeur gebruikt voor de basis onder meer kruiden, mos- en houtachtige geuren en zelf gemaakte dierlijke geurstoffen. Het aantal geurstoffen waar de parfumeur het parfum mee inkleurt is de afgelopen honderd jaar enorm toegenomen. Aan het begin van deze eeuw beschikte hij over niet meer dan enkele honderden geuren, die bovendien vaak moeilijk verkrijgbaar en dus duur waren. Tegenwoordig heeft hij de keuze uit ruim vierduizend stoffen. Deze lopen uiteen van citrus- en fruitgeuren tot aldehyden (een chemische, vettige geur die bij veel parfums als ondergrond wordt gebruikt) en niet te vergeten bloemige geuren.

Elk ingrediënt speelt in het uiteindelijke parfum een eigen, speciaal rolletje. De bloemige geuren worden het meest gebruikt. In elk van de drie noten worden ze verwerkt bij de meeste parfums. Veel ingrediënten die de parfumeur gebruikt, worden tegenwoordig kunstmatig gefabriceerd. Dat wil niet bij voorbaat zeggen dat het niet-natuurlijke stoffen zijn. Vaak vormen natuurlijke materialen de basis voor de uiteindelijke ingrediënten. Om de ingrediënten die in een natuurlijke grondstof zoals rozenolie voorkomen te bepalen, kan men tegenwoordig met moderne analysemethoden de olie analyseren en vaststellen welke componenten de geur veroorzaken. Vervolgens kan de reukstoffenindustrie met deze kennis de geur weer opbouwen met ingrediënten die elders uit de natuur worden gehaald. Zo kan kunstmatig de geur van natuurlijke rozenolie worden geïmiteerd. Zonder deze kunstmatige fabricage zou parfum onbetaalbaar worden: een kilo pure rozenolie kan meer dan tienduizenden guldens kosten, terwijl er al synthetische rozen voor honderd gulden per kilo zijn te maken.

Door tussen de honderdvijftig en tweehonderd ingrediënten in een precies op elkaar afgestemde verhouding samen te voegen, componeert een parfumeur het parfum. De weg die moet worden afgelegd voordat een geur daadwerkelijk op de markt wordt gebracht is langer dan deze simpele zin doet vermoeden. Tussen het moment waarop een geurmaker van een parfum-huis de opdracht krijgt een geur samen te stellen, en de lancering zit soms meer dan drie jaar. In die tijd moet de parfumeur vele malen het ontwerp wijzigen, omdat de klant nog niet helemaal tevreden is: misschien is de geur te fris of juist te bloemig. De tijd dat de parfumeur als een kunstenaar zonder tussenkomst van anderen een parfum samenstelde, is voorgoed voorbij. Als uit marktonderzoeken blijkt dat de door de parfumeur bedachte creatie geen succes zal worden, dan wordt ze niet uitgebracht. Een nieuw parfum mag domweg niet floppen, niet in het minst omdat elke lancering tientallen miljoenen guldens kost. Als na de uitgebreide marktonderzoeken blijkt dat men een geur aantrekkelijk vindt, dan staat daarmee het succes van het parfum nog steeds niet vast. Geurvoorkeuren veranderen snel en liggen erg subtiel. "Nederlanders hebben bijvoorbeeld een sterke voorkeur voor parfums die aan de natuur herinneren, daar moet iets van inzitten," zegt Martin Heidenreich, die als parfumeur werkt bij de Nederlandse geur-fabrikant Naarden International. "Bovendien moet het voor de Nederlandse markt niet té modern zijn, een beetje â la eau de cologne. Daar mag het niet te veel van af wijken." Behalve de per land verschillende voorkeuren heeft een geurmaker te kampen met factoren waar hij geen enkele invloed op kan uitoefenen. Zo wordt de keuze voor een parfum voor een belangrijk deel bepaald door de economische situatie. In slechte tijden is men geneigd minder opvallende parfums te gebruiken, vooral bloemige geuren zijn dan populair. Wanneer zoals nu de economie er weer bovenop lijkt te krabbelen, heeft dat onmiddellijk zijn weerslag op de parfumkeuze. Men durft weer op te vallen en gebruikt sterkere geuren, samen met opvallende kleding, want de ontwikkelingen in de modewereld en de parfumkeuze lopen gelijk op.

Om te kunnen opvallen moeten de parfums een steeds hogere concentratie aan parfumolie bevatten. Terwijl een concentratie van twintig procent voor een parfum normaal is, worden er momenteel zelfs geuren op de markt gebracht die de dubbele hoeveelheid - dus veertig procent - geurende stoffen hebben. We omgeven ons steeds meer met geurtjes; niet alleen uit de parfumfles, maar ook met geurende kaarsen, toiletverfrissers en dergelijke. Behalve de muzak, de muziek die uit alle luidsprekers van supermarkten schalt, kennen we nu ook zoiets als geurak: de bakker die klanten probeert te lokken door baklucht de straat op te blazen of de geurmuur waar je tegen opbotst bij het instappen in een tram. Waar vroeger de zweetlucht de boventoon voerde, is het nu een mengelmoes van after-shaves, parfums, deo-sticks en andere geurverspreiders die de lucht aantast. Het succes van de parfumindustrie is te danken aan de behoefte boven die confectiegeur uit te stijgen. Om dat voor elkaar te krijgen probeert de marketing-man de mensen in de waan te brengen dat met parfum het succes binnen handbereik ligt. Wat wij verkopen is hoop," heeft wijlen Charles Revlon, oprichter van Revlon, een van de meest bekende parfumhuizen, ooit eens gezegd. Hij sloeg de spijker daarmee op de kop. Succes voor de prijs van een flesje parfum... wie gelooft er niet graag in die illusie?

Tekst: Geert Dekker


Naar boven
 
 
Mira International BV
Kvk: 33186634
BTW-nr: NL8120.44.745.B.01

Producten ruiken, voelen en zien? Dan bent u van harte welkom bij ons op ons magazijn aan de Edvard Munchweg 27.
open van maandag t/m vrijdag van 15:00 tot 17:00 uur. Gelieve voordat u komt graag even te bellen naar 06 2011 0511.

magazijn:
Edvard Munchweg 27 (bedrijfsterrein het Atelier)
1328 MA Almere
een routebeschrijving vindt u hier
tel: 036-5348610
mob: 06-20110511
fax: 084-8314052

bankgegevens:
IBAN: NL83INGB0004789744
BIC: INGBNL2A
Bezoek ook onze andere websites: www.gels4.me - www.emwinkel.nl - www.moedersgeuren.nl - www.tapestries.nl